Makkie
Wat is het verschil tussen wol en haar? Deze vraag gooide een van de leden van ons Texels Wolgilde tijdens de laatste bijeenkomst in de groep. In de drukte gaf niemand antwoord en ik dacht: makkie, dat ga ik even kort en duidelijk opschrijven.
En toen werd het ingewikkeld. Pas na uren zoekwerk kreeg ik er een beetje zicht op. Eigenlijk werd het steeds leuker en interessanter. Aan het eind van dit blog staat een overzicht van de verschillen.
Vezels
Wat is wol en haar eigenlijk? Simpel, het zijn allebei vezels. Vezels zijn lange en dunne deeltjes die uit de huid komen en beschermen tegen vijanden, kou, regen etc.De vezels van schapen noemen we wol. Tot zover niks moeilijks.
Nu wordt het wat ingewikkelder. Schapen hebben zowel wol als haar op hun huid. Ja, dat is echt nieuws!
Veel oorspronkelijke schapen zoals het Shetlandschaap hebben een dubbele vacht: een binnenvacht van fijne korte wol en een buitenvacht van lange haren.
Meestal kan je het zien: wol is fijn, haar is grover. Hoe komt dat nu? Tijd voor de microscoop om de verschillen in bouw van de haarvezel en wolvezel te bekijken.
Met merg en zonder merg
Wol en haar zijn voornamelijk opgebouwd uit een vezeleiwit: keratine. De buitenkant heet cuticula, de binnenkant schors. De binnenkant van de wolvezel bestaat geheel uit schors.
De haarvezel heeft in het midden merg: een langwerpig netwerk van cellenwanden die gevuld zijn met lucht.
Dit merg noem je de medulla. Dit is een belangrijk verschil in bouw tussen wol en haar. Vezels met een medulla zoals haar zijn grover en stugger dan vezels zonder medulla, zoals wol. Een trui gebreid van een harig schaap kan dus flink prikken.
Die medula is een van de redenen dat de haarvezel meestal rechter is en veel minder elastisch dan wol. Bij wol heet de kroezing die zorgt voor elasticiteit: crimp.
Een haarzakje waar alleen wol uitgroeit
Nog een stukje biologie. Een haarzakje of follikel ligt in de opperhuid en is de kraamkamer van haar en wol. Te gek, zo’n follikel. Je hebt bij het schaap namelijk twee soorten! De eerste heet het primaire follikel. Daar kan wol, haar of kemp uitgroeien. Bij haar zijn er zo’n zeventig follikels per cm2. Uit de secondaire follikel groeit uitsluitend wol. Het wolras Merino heeft ontzettend veel secondaire follikels: maar liefst 7000 per cm2! Hierdoor zitten in de vacht de wolvezels heel dicht op elkaar en vormen samen een dicht geheel: een stapel.
Het grootste verschil
Nu gaan we het over de buitenste laag van de wolvezel hebben: de cuticula. Deze is opgebouwd uit schubben, een soort dakpannetjes.
Het zijn dode cellen die elkaar overlappen. Het regenwater rolt er makkelijk vanaf. Door warmte en water gaan deze schubbetjes open staan en door de wol te bewegen grijpen ze in de schubbetjes van de buur-wolvezel. Sommige schapensoorten hebben zelfs weerhaakjes aan de schubben waardoor dit vilten nog beter lukt. Bij fijne wol vormen de schubben maar een of twee lagen. Hierdoor kunnen zij zich goed openen en vilt de vacht makkelijk.
Haarvezels hebben ook een buitenste laag (cuticula) met schubben. Maar die schubben zijn glad en openen zich niet of nauwelijks. Soms overlappen ze elkaar wel tien keer. Als schubbetje is het dan ook niet makkelijk om open te gaan staan. Vilten met haar? Vergeet ’t maar.
Op een rijtje
Wolvezel | Haarvezel | |
dikte | Fijner | Grover en sterker |
Merg | Heeft geen merg, zachter | Heeft merg (medulla), daardoor grover en stugger |
elasticiteit | heeft crimp: kroezing die elasticiteit geven aan wol | Geen crimp, niet elastisch |
dichtheid | De haarzakjes in de huid liggen heel dicht bij elkaar waardoor stapels ontstaan
|
Veel minder haarzakjes in de huid, losse vezels |
De buitenkant van de vezel | Heeft schubben die open kunnen gaan staan. Fijne wol bestaat uit een tot twee lagen schubben. | Gladde schubben die niet of nauwelijks open gaan staan. Schubben kunnen elkaar wel 10 keer overlappen |
groei | Valt niet uit | Valt uit (kijk maar in je haarborstel) |