Spinnen aan het grote wiel

Met de hand draaien, lopen, opletten, weer lopen: leuk! Links Ineke, rechts Renske.

Spinnen aan het grote wiel

Het spinnen van wol vind ik een interessante techniek. Prachtig, hoe je van een pluk wol een draadje kan maken. Tijdens mijn onderzoek ben ik geïnteresseerd geraakt in een spinnewiel met de naam ‘grote wiel’. Op uitnodiging van wol vriendin Ineke ging ik vorige maand naar het museumpark Archeon in Alphen aan de Rijn om daar het grote wiel uit te proberen.

Van spintol naar grote wiel

De spintol werd reeds voor de jaartelling gebruikt en was tot in de twaalfde eeuw het enige spinwerktuig. Het was een eenvoudig gereedschap dat met de hand werd gedraaid. Het was makkelijk mee te nemen; je kon er zowel in huis als buiten op het land mee spinnen.

Mijn favoriete zelfgemaakte spintol.

De spintol hangt aan de net gesponnen draad. Om breuk van de draad te voorkomen moet deze zo dik of zo sterk gedraaid zijn dat het gewicht van de spintol gedragen kan worden. Deze beperking valt weg bij het gebruik van het grote wiel. Daar is de spintol, ook wel spindel genoemd, liggend op een krukje bevestigd en met een wiel verbonden. Op de tekening hieronder is de spindel links te zien. Door deze constructie was het makkelijker voor de spinner om de dikte van de gesponnen draad en ook het aantal draaiingen te bepalen.

 

 

 

Veel sneller

Een schematische tekening van het grote wiel (1)

Een ander voordeel van het grote wiel was dat het spinnen veel sneller ging. Het wiel wordt met de hand gedraaid (vaak door kinderen) en geeft een sterke en lange draaiing van de spindel. Bij het uit elkaar trekken van de wolharen loopt de spinner achteruit waardoor een lange draad gemaakt kan worden. Vervolgens loopt de spinner naar de spindel toe om de draad daar op te winden. Dit verklaart waarom het grote wiel ook wel loopwiel wordt genoemd.

De spintol of spindel links op het krukje van het grote wiel (1).

Het grote wiel werd tussen de twaalfde en negentiende eeuw alom gebruikt. De spintol en het grote wiel werden overigens nog lange tijd naast elkaar gebruikt. Aan het eind van de achttiende eeuw kwam het spinnewiel met trapmechanisme in gebruik. Dit is de spintechniek die tegenwoordig algemeen is onder spinliefhebbers. In het begin van de negentiende eeuw worden de spinmachines ontwikkeld.(2,3,4,5).

 

Spinnen op Texel

Het grote wiel van het Archeon is een replica.
De Lakenhal in leiden heeft een origineel exemplaar.

Met deze tijdsindeling van spingereedschap wordt duidelijk dat het garen waarmee de wevers uit de Weverstraat in Den Burg rond de zestiende eeuw weefden (zie blog februari 2017) met het grote wiel  en mogelijk ook de spintol is gemaakt. Hetzelfde geldt voor het garen dat in de zeventiende eeuw de basis vormde voor de geweven wollen stof die toentertijd in de Texelse volmolen werd gevold. Ook op de Texelse boerderijen zal in de winter wanneer het werk op het land stil lag volop gewerkt zijn met dit type spinnewiel.

Texelse wol in saaien

Ook buiten Texel is het grote wiel gebruikt voor de verwerking van de eilander wol. De vele schapen op Texel leverden veel meer wol dan voor lokale behoeften nodig was. Grote partijen werden verkocht aan wolhandelaren van de vaste wal. Aan het eind van de zestiende eeuw was er een sterke groei van de textielnijverheid in Leiden. Er was grote vraag naar de inlandse wol uit Holland (waaronder dikwijls ook de Texelse), Zeeland en Brabant.(2) Na het vertrek van de Spanjaarden (Leids ontzet 1574) vestigden zich in Leiden Vlaamse vluchtelingen met specialistische kennis van de saainijverheid.  Saaien waren geweven, kamgaren wollen stoffen en daarvoor werd de inlandse, waaronder Texelse, wol gebruikt. (6)  Het is mij niet bekend hoe een saaien stof precies werd gemaakt en hoe deze er uit zag. Een goed onderwerp voor verder onderzoek.

 

Bovenstaand schilderij is geschilderd door Isaac Claesz. van Swanenburg tussen 1594 en 1596. Het is een van de schilderijen over de bewerking van ruwe wol tot saai die hij in opdracht van de nieuwe Saaihal in Leiden maakte. Op de voorgrond zijn vrouwen te zien die kettingdraden spinnen met het grote wiel. Op de achtergrond zijn mannen aan het weven (3).

 

Leuk resultaat

Vroeger wisten ze het al: hoe beter de voorbewerking van de wol, hoe dunner en regelmatiger het garen is dat je spint.  In het Archeon heb ik op het grote wiel gesponnen met een gevonden pluk vette en ongekaarde wol.  Geen mooi garen, wel een ervaring rijker.

Aanrader

Op dit YouTube filmpje is vanaf 1.30 min. goed te zien hoe het grote wiel werkt: https://www.youtube.com/watch?v=z1KWQ1RE69E&t=160s

 

 


Bronnen:  

  1. Deutsch, Y, Weven en spinnen (De Bilt 1982)
  2. Posthumus, Dr. N. W., De geschiedenis van de Leidsche lakenindustrie, II De nieuwe tijd (zestiende tot achttiende eeuw), tweede deel (’s Gravenhage 1939).
  3. Van der Monde, N., Tijdschrift voor geschiedenis, oudheden en statistiek van Utrecht (Utrecht 1837).
  4. www.lakenhal.nl
  5. Gorp, P.J.M., Tilburg, eens de wolstad van Nederland(Eindhoven 1987).
  6. Pison, J., De Leidse Lakenindustrie(Leiden z.j.)

Deel dit artikel:

Facebook
WhatsApp
Email